• Wat is een persoonlijkheidsstoornis? 
  • Hoe herken je een persoonlijkheidsstoornis? 
  • Hoe worden persoonlijkheidsstoornissen gediagnosticeerd?
  • Welke types van persoonlijkheidsstoornissen bestaan er? 
  • Hoe wordt een persoonlijkheidsstoornis behandeld?
  • Ervaringsverhalen

Wat is een persoonlijkheidsstoornis? 

Op deze pagina: 

Iedereen heeft een persoonlijkheid. Je persoonlijkheid is wat jou kenmerkt of beschrijft. Het is het geheel aan eigenschappen dat iemand kleur geeft. Sommige mensen zijn sociaal en extravert, ze staan graag op de voorgrond of zijn de gangmakers op een feestje, terwijl anderen wat meer teruggetrokken zijn en niet graag in het middelpunt staan. Sommige mensen houden van orde en structuur, terwijl anderen meer chaotisch en impulsief zijn. Sommige mensen kunnen emotioneel gevoelig zijn, terwijl anderen net wat rationeler of emotioneel afstandelijker zijn. Je persoonlijkheid zegt iets over hoe je naar jezelf kijkt en naar anderen, hoe je jezelf richting geeft in het leven en hoe je met problemen omgaat.
 
Bij mensen met een persoonlijkheidsstoornis zijn sommige van deze karaktertrekken zó sterk aanwezig dat ze erdoor in de problemen kunnen komen. Iemand kan bijvoorbeeld zó verlegen zijn, dat het niet lukt om een opleiding te volgen. Of iemand kan heel wantrouwend in het leven staan en daardoor geen vriendschappen of relaties aangaan. Ook is iemand met een persoonlijkheidsstoornis vaak minder flexibel in zijn manier van reageren op moeilijkheden, wat bijvoorbeeld op de werkvloer tot problemen kan leiden.

Wanneer noem je het een ‘stoornis’

Zoals gezegd heeft iedereen veel verschillende karaktertrekken. Bij de meeste mensen zijn de verschillende eigenschappen in balans: je houdt ervan sociaal te zijn, maar kunt ook op de achtergrond blijven als dat nodig is. Of je bent wat chaotisch en impulsief, maar weet dat van jezelf en kunt ook geconcentreerd en gestructureerd werken als dat nodig is. Je kunt bijvoorbeeld je partner in een relatie voldoende vrijheid geven, maar ook weer nabijheid zoeken wanneer je merkt dat je te lange tijd te veel naast elkaar leeft. Je kunt je dus aanpassen aan wat er op een bepaald moment nodig is.

Als je een persoonlijkheidsstoornis hebt, heb je deze flexibiliteit veel minder. Meestal hangt dit samen met een zekere aanleg, in combinatie met dingen die je als kind hebt meegemaakt. Wellicht is iemand zich als kind op een specifieke manier gaan aanpassen of beschermen, waardoor hij of zij in het latere leven telkens opnieuw vastloopt in bepaalde patronen. Je hebt bijvoorbeeld geleerd dat je alleen serieus genomen wordt wanneer je heel uitdrukkelijk de aandacht op jezelf vestigt, waardoor je dat blijft doen in je latere leven. Of je hebt ervaren dat mensen op wie je zou moeten kunnen steunen, er vaak niet of onregelmatig waren. Daardoor heb je weinig vertrouwen in de standvastigheid van anderen, en zoek je geen hulp, ook als dat wel verstandig zou zijn.

Bij een persoonlijkheidsstoornis is er dus sprake van, zoals we het noemen, “duurzame patronen van innerlijke ervaringen en gedragingen”. Dat houdt in dat mensen in verschillende situaties geneigd zijn om zich op eenzelfde manier te gedragen, of om een gebeurtenis steeds op eenzelfde manier te interpreteren. Die patronen kunnen zich op verschillende gebieden uiten: in de overtuigingen die iemand heeft, in de emoties die iemand ervaart, in de relaties die iemand met anderen aangaat en in de manier waarop iemand zich gedraagt en zijn impulsen beheerst. Ze hebben vaak heel wat invloed op verschillende levensgebieden, zoals het aangaan en behouden van sociale relaties of werk. Als deze patronen in de jeugd of jongvolwassenheid zijn ontstaan en als ze niet beter kunnen worden verklaard vanuit een andere psychische of lichamelijke aandoening (zoals bijvoorbeeld een autismespectrumstoornis, een verslaving of hersenletsel), noemen we het een persoonlijkheidsstoornis.

Overigens is het niet zo dat alleen mensen die aan alle criteria van een specifieke persoonlijkheidsstoornis voldoen (zie ook 1.3) last of beperkingen ervaren. Ook mensen die deze kenmerken wat minder uitgesproken hebben, kunnen daar veel last van hebben en behandeling voor nodig hebben. Hoeveel last je hebt van een persoonlijkheidsstoornis wordt ook deels bepaald door je sterke kanten, die je kunnen helpen met bepaalde moeilijkheden om te gaan. Het onderscheid tussen ‘normaal’ en ‘stoornis’ is niet zwart-wit, maar geschakeerd.

Sommige mensen vinden ‘persoonlijkheidsstoornis’ een vervelende term, alsof je hele persoon ‘gestoord’ zou zijn. Dat is niet wat wordt bedoeld. Het gaat bij een persoonlijkheidsstoornis om trekken en eigenschappen van iemands persoonlijkheid waardoor de problemen ontstaan. Verder is de term breed ingeburgerd. Daarom is ervoor gekozen op deze site de term ‘persoonlijkheidsstoornis’ te gebruiken.

Waarom ontwikkelt iemand een persoonlijkheidsstoornis?

Er bestaat meestal niet één aanwijsbare reden of oorzaak waardoor iemand een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelt. Vaak hebben mensen met een persoonlijkheidsstoornis een kwetsbare aanleg. Het kan zijn dat je altijd al angstig bent geweest, of impulsief. Een erfelijke belasting kan meespelen: in de ene familie komen vaker psychische stoornissen voor dan in de andere, en ook iemands temperament is deels erfelijk bepaald.

Aanleg op zich is waarschijnlijk onvoldoende om een persoonlijkheidsstoornis te ontwikkelen. Vaak is er een combinatie van een bepaalde kwetsbaarheid met ervaringen van onveiligheid en onvoorspelbaarheid in de kindertijd. Soms zijn die heel duidelijk aantoonbaar, zoals ervaringen van seksueel misbruik of ernstige mishandeling of verwaarlozing. Soms zijn ze subtieler en minder duidelijk, zoals wanneer ouders zich te weinig konden afstemmen op hun kind, wellicht door eigen problemen. Tenslotte spelen er ook vaak stressfactoren een rol waardoor de problemen meer tot uiting komen. Zo kunnen bepaalde omstandigheden als verlies van een dierbare of financiële problemen iemand die al kwetsbaar is, extra op de proef stellen. Het lukt dan niet meer goed om de problemen zelf op te lossen. Anderzijds kunnen positieve omstandigheden of gebeurtenissen ook juist een beschermende factor zijn.

Je kunt persoonlijkheidsstoornissen opvatten als manieren die mensen in hun jeugd zijn gaan ontwikkelen om zich aan te passen aan hun aanleg en aan de omstandigheden waarin ze opgroeiden. Vaak waren die manieren erg begrijpelijk en logisch in die omstandigheden, maar gaan ze problemen geven wanneer je ze blijft toepassen. Als je als kind vaak hebt ervaren dat jouw gevoelens van angst of verdriet niet serieus worden genomen, dan is het logisch dat je die gevoelens voor jezelf gaat verbergen en niet meer laat zien aan anderen. Dat is een manier om te overleven. In latere intieme vriendschappen en relaties kan zo’n patroon tegen je gaan werken en je bijvoorbeeld belemmeren om je echt verbonden te voelen met anderen.

Als je een persoonlijkheidsstoornis hebt, kijk je vanuit negatieve ervaringen uit het verleden naar jezelf, anderen en de wereld. Je gaat al op voorhand uit van bepaalde scenario’s en je gaat je er misschien ook naar gedragen. Je gaat er in een nieuwe relatie bijvoorbeeld al vanuit dat een partner je zal afwijzen, waardoor je afstand houdt en geen emotionele nabijheid durft aan te gaan. Kenmerkend voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis is dat er daardoor duurzame patronen ontstaan in hun omgang met de omgeving. Die patronen kunnen erg veel last geven. Ze hebben gevolgen voor je levenskwaliteit en voor je functioneren op diverse gebieden. Denk bijvoorbeeld aan een relatie, vriendschappen of een opleiding of baan.

GGzE heeft in samenwerking met Altrecht en het Kenniscentrum Persoonlijkheidsstoornissen een animatie ontwikkeld voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis en hun naasten. In deze animatie wordt uitgelegd hoe omgevingsfactoren kunnen bijdragen aan het ontstaan van een persoonlijkheidsstoornis. Het is belangrijk te beseffen dat er vaak ook een biologische of erfelijke kwetsbaarheid meespeelt.

Types van persoonlijkheidsstoornissen

Als er sprake is van telkens vastlopen in dezelfde patronen, dan kan je vervolgens nagaan welke patronen dat zijn, en hoe ze met elkaar te maken hebben. Zo kan iemand vooral achterdochtig zijn en van daaruit moeilijk contact maken, terwijl een ander misschien contact uit de weg gaat uit schaamte voor zichzelf. Veel mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben moeite om hevige emoties te reguleren. De een reageert daarop bijvoorbeeld met controle en perfectionisme, een ander met impulsief gedrag.

De verschillende patronen en uitingen vormen de basis van de indeling in typen persoonlijkheidsstoornissen die gebruikt wordt in de DSM-5 (link naar 1.4.1.). De verschillende types zijn beschreven om veel voorkomende combinaties van patronen te beschrijven. Tegelijk leert de ervaring dat veel mensen met een persoonlijkheidsstoornis niet zo precies binnen de omschrijving van één van de types vallen. Dat is ook niet het belangrijkste. Het is vooral helpend om zicht te krijgen op je eigen valkuilen en patronen. Dit is dan ook een belangrijk onderdeel in veel behandelingen.
Meer over behandeling lees je hier

Meer lezen? 

Hier kun je meer lezen over de verschillende diagnostische modellen voor persoonlijkheidsstoornissen. Je vindt er ook een overzicht van de verschillende types. Via deze link kun je meer lezen over behandeling van persoonlijkheidsstoornissen.


Nieuws

>